Programma’s over klassieke muziek zetten geregeld bekende Nederlanders in om het genre op de kaart te zetten. ‘Podium klassiek’-presentator Floris Kortie juicht het toe, want in de omlijsting valt genoeg te winnen. ‘Maar de basis is de muziek, die wil je behouden.’
Presentator Floris Kortie heeft er zin in. Deze zondag begint het nieuwe seizoen van Podium klassiek, het wekelijkse programma waarin hij met zijn collega’s de klassieke muziek in het zonnetje zet. “Er staat zoveel moois op de planning.” Dankzij het programma heeft het klassieke genre een vaste plek op televisie.
Maar er is meer. Omroep MAX is begonnen met de derde reeks van Aria, waarin een jury zoekt naar een nieuwe operaster. Het Concertgebouworkest trapt vrijdag zijn seizoen af met de Opening night, die een dag later wordt uitgezonden op NPO 2. Deze programma’s trachten de klassieke muziek – die wellicht nog kampt met een wat stoffig en verheven imago – toegankelijk te maken voor breder publiek.
Zo heeft Aria een nieuwe aanwinst: acteur Tygo Gernandt introduceert de opera’s, hij neemt de kijkers mee in het verhaal en legt uit wie de personages zijn. Bij de Opening night krijgt het Concertgebouworkest bezoek van sor, de rapper die hiphop combineert met r&b, jazz én klassieke muziek. In 2022 won hij het programma Maestro, waarin bekende Nederlanders de dirigeerstok ter hand nemen.
Hebben deze strategieën effect? Weten mensen hierdoor ook de concertzaal beter te vinden? “Het kan goed werken als een prominente Nederlander de tv-kijker even over de drempel tilt van de tempel van de klassieke muziek”, zegt Floris. Volgens de presentator is het waarschijnlijk niet zo dat dit er ook direct toe leidt dat concertzalen meer kaarten verkopen. Wel is het altijd goed om na te denken over hoe het anders kan. “De basis is de muziek, die wil je behouden. Wat je eromheen doet – de sfeer, de manier waarop je het presenteert – dáár valt wat te winnen.”
“Bij de meeste klassieke concerten is er in de loop der jaren een soort standaardvorm ontstaan”, zegt Floris. “De dirigent komt oplopen, er volgt beleefd applaus, de dirigent schudt de concertmeester de hand, dan spelen ze een ouverture en daarna een soloconcert met een beroemde solist. Na de pauze speelt het orkest een symfonie, en aan het eind komt de dirigent de trap af om te buigen. De muziek kan prachtig zijn, maar die vorm vind ik persoonlijk ontzettend saai.”
Dat moet en kan anders. “Het gewichtige en plechtige wat er vaak omheen zit is een vetrandje dat we ook kunnen wegsnijden, het is ballast. De muziek is het vlees, dat kunnen we mooier opdienen. Dat is wat we onszelf bij Podium klassiek ook ten doel stellen. We willen de muziek in een ontspannen en enthousiasmerende sfeer presenteren. Het publiek moet niet het gevoel hebben dat het om iets gewichtigs gaat waar ze verstand van moeten hebben.”
Maar ook dat kan doorslaan, ziet hij. Soms zijn mensen iets te ijverig om nieuwe vormen te verzinnen. Zijn oud-collega Mike Boddé grapte wel eens: “Tegenwoordig moet er altijd een sushibuffet bij”.
Tekst: Bas Roetman